Na het uitvoerig behandelen van de pagina’s “Praktische voeding” en “Ziekten” zijn we zover geraakt dat we kunnen beginnen denken aan het kweken van zebravinken. Dat we hiervoor een mannetje en een popje nodig hebben is het meest logische dat er bestaat. Voor wie nog niet weet hoe je de geslachten kan onderscheiden verwijs ik naar de pagina “Hoe beginnen”. Buiten de primaire verschillen tussen beide geslachten zijn er geen secundaire verschillen, er is geen verschil in kopvorm, of model, of formaat en tekening. Beide geslachten kunnen er identiek uitzien als we de primaire verschillen buiten beschouwing laten.
[ezcol_1third]
[/ezcol_1third][ezcol_1third]
[/ezcol_1third][ezcol_1third_end]
[/ezcol_1third_end]
[ezcol_1third]
[/ezcol_1third][ezcol_1third]
[ezcol_1third][/ezcol_1third][ezcol_1third_end][/ezcol_1third_end]
Voorbereiding van de kweek
Theoretisch zou dat voor iedere kweker identiek moeten zijn maar praktisch zijn er veel verschillen. Om te beginnen is er het verschil in einddoel, wat wil je als kweker bereiken? In ons boek “Zebravinken in woord en kleur” heb ik 15 jaar geleden geschreven dat we onze zebravinkenliefhebbers kunnen indelen in vier groepen, en deze groepen kunnen we allemaal doorlopen.
De verzamelaar
Meestal beginnen we allemaal zo, je komt op een wekelijkse markt of bij de handelaar en je koopt wat je graag ziet. Kleur, tekening, geslacht speelt geen rol. Het kan best zijn dat we uitsluitend mannetjes in onze volière zitten hebben. Van zorgen voor nakweek is er totaal geen sprake, we kunnen uren genieten van onze vogeltjes als ze rustig kwetteren en tetteren in de ruime volière.
De kweker
Hier gaan we een stapje verder. De vogels moeten nu niet alleen mooi zijn en ons bezig houden als we even willen ontspannen, neen we gaan ervoor zorgen dat we koppeltjes hebben en dat we deze aan het kweken krijgen. Meestal is er hier nog geen weet van standaardeisen zodat de koppels gevormd zijn uit mogelijk totaal verschillende kleuren. We kijken alleen dat er evenveel mannetjes als popjes zitten. Van de nakweek worden de mooiste of kleurrijkste gehouden en de rest gaat naar de handel, waardoor we zaad en benodigdheden kunnen kopen.
De tentoonsteller
De standaardeisen gaan hun intrede doen. We zijn niet meer tevreden met de samenstelling der koppels en met de gekweekte jongen. De vogels komen niet zozeer uit de handel maar van kwekers die er zich gericht op toeleggen. De samenstelling der koppels is dus niet meer een mannetje en een popje, maar twee partners die op zo een manier uitgekozen worden dat ze jongen geven die aan die standaardeisen voldoen en waarmee we naar de show kunnen gaan. De shows die alzo aangedaan worden zullen eerder gewestelijk of plaatselijk zijn. Deze kwekers gaan ook met verscheidene vogelsoorten naar de show omdat er in België nog steeds een klassement is met natura prijzen.
De topkweker
We zijn nu niet meer tevreden met ‘rond de toren’ te spelen maar we willen ons meten met de allerbeste kwekers in onze specialiteit, want dat laatste is het ondertussen geworden: een specialiteit in één bepaalde vogelsoort en soms zelfs in één kleur van die bepaalde vogelsoort. Meestal sluiten we dan aan bij een Speciaalclub en het was in eerste instantie de bedoeling om deze site uitsluitend te maken voor deze kwekers. In deze groep zitten ook de stamkwekers, kwekers die met vier vogels van hetzelfde geslacht en kleur naar de shows gaan. Aan het brengen van een goede stam is jaren werk en selectie aan vooraf gegaan..
We hebben onze zebravinken de vier tot zes weken die aan de kweek vooraf gaan dus uitmuntend verzorgt. Dit betekent dat ze extra mineralen, vitamines, enz tot hun vrije beschikking gekregen hebben. Het tijdstip waarop we met de voorbereiding beginnen wordt bepaald door het tijdstip van het begin van de kweek. De federaties leveren de ringen in de eerste helft van oktober dus begin september beginnen we best met de voorbereiding als we vroeg met de kweek willen beginnen. Tijdens deze voorbereiding maken we er desnoods ook gebruik van om de vogels preventief te kuren tegen mogelijke ziektekiemen. Zodoende hebben de medicijnen ruim de tijd gehad om de kweekvogels te zuiveren en hebben ze geen invloed meer op de bevruchting. Eens de voorbereiding begonnen is verander je best niets meer aan de voeding. Ik heb zojuist gezegd: als we vroeg willen beginnen. Iedereen is namelijk vrij om met de kweek aan te vangen wanneer hij wil. En zowel vroeg (warm) kweken als laat (koud) kweken hebben hun voor- en nadelen. Bij vroeg kweek hebben de jongen een veel langere periode om uit te groeien tot volwaardige showvogels. Dat is een voordeel, maar een nadeel is dan weer dat er extra moet verwarmd worden en dat brengt dan weer kosten met zich mee. iedereen moet dus voor zichzelf uitmaken wanneer hij of zij start met de kweek.
De geslachten zijn sinds de stop van het vorig kweekjaar van elkaar gescheiden zodat ze nu smachten naar een partner. Poppen zijn in broedconditie als je in hun kooien en vluchten her en der eitjes kan rapen. Het aanbieden van badgelegenheid is dikwijls een stimulans om in broedconditie te raken. Zebravinken hebben nog steeds in hun erfelijke genen de invloed van de Australische natuur waar we spreken van regenseizoenen en het is na zo een regenvlaag dat zebravinken beginnen te kweken. De droge steppen veranderen dan in groene velden die voorzien in alle mogelijke voedingstekorten. Mannen gaan hun conditie uiten door zeer uitdrukkelijk te zingen en paarneigingen te hebben op andere mannetjes, ze zingen onophoudelijk.
En nu moeten we een keuze maken of we willen kweken in gemeenschappelijke volières of broedkooien.
In een gemeenschappelijke volière
Dit is de methode die door het merendeel van de beginnende kwekers aangewend wordt. Meestal weet men nog niet in welke richting de hobby gaat evolueren. Gaat de zang van de kanaries, de mooie kleuren van de parkieten of de gezelligheid van de zebravinken het hart van de kweker bekoren? Niet iedereen beschikt over voldoende tijd of voldoende broedkooien om een kwekerij op te zetten. Sommige liefhebbers zien hun vogels liever in een volière waar ze naar hartenlust kunnen vliegen. Een volière kan zowel binnen- als buitenshuis worden geplaatst, en dit volgens de mogelijkheden die men heeft. De volièrekweek is natuurlijk niet de aangewezen manier om doelbewust te kweken. Maar indien men enkele zaken in acht neemt, zijn er redelijke resultaten te bekomen. Zet de kweekvogels gedurende twee à drie weken per koppel afzonderlijk in een TT-kooi, laat de kweekkoppels daarna stuk voor stuk telkens met een dag tussenruimte in de volière los. Eens de zebravinken gepaard zijn, blijven ze bij elkaar; al is een slippertje niet uitgesloten. Zorg er ook voor dat het aantal kweekkoppels meer dan twee bedraagt en voorzie ze van kleurringen, zo weet u achteraf of de kweekkoppels bij elkaar gebleven zijn. Zorg voor minstens twee nestkastjes meer dan er paren zijn en nummer deze eveneens, zodat tijdens de kweek te noteren valt welk kweekkoppel nestelt in welk nestkastje. Op deze wijze is toch een min of meer degelijke controle en boekhouding mogelijk, al zal deze nooit 100% betrouwbaar zijn.
In broedkooien
Wie een goede en gecontroleerde kweek wenst met zijn zebravinken is verplicht om in broedkooien te kweken. Op deze manier kan aan doelbewust kweek gedaan worden en heeft men zekerheid dat de jongen van de desbetreffende ouders afstammen; wat men in de volièrekweek niet heeft. Broedkooien kunnen in verschillende afmetingen worden gekocht. Ruime broedkooien geven veel voordelen, vooral wat onderhoud betreft, maar ook ruimte voor het ouderpaar en de jongen. Een veel gebruikt en handig formaat is 40cm hoog, 40cm breed en 40cm diep. Persoonlijk opteren wij liever voor de kooien met een diepte van 30cm. Met dit formaat komt men tot een goede inhoud, wat niet wil zeggen dat de kweek in kleinere kooien niet zal lukken. Het is zelfs mogelijk om in TT-kooien te kweken, maar wij hopen dat u wel begrijpt dat deze werkwijze verre van ideaal is.
Wie zelf broedkooien gaat construeren, gebruikt daarvoor best watervaste triplex of beter nog geplastificeerde multiplex. De zandlade dient zo vervaardigd zodat men een boord van minstens vijf centimeter hoogte bekomt, dit voorkomt het morsen van zaad en bodembedekking buiten de broedkooi. Voor de zitstokken wordt meestal een diameter van 10mm gekozen, maar sommige liefhebbers verkiezen twee verschillende diameters, namelijk 10mm en 12mm. En dit om afwisseling voor de pootjes te bekomen en hierdoor de zithouding te verbeteren. De zitstokken moeten zodanig geplaatst worden dat de vogels zo weinig mogelijk de wanden van de broedkooi raken. De minimale afstand van de stok tot de wand is 8cm. De zitstokken mogen ook niet te glad zijn, op gladde stokken zullen zebravinken geen goede balans vinden, waardoor er geen goede bevruchting kan plaatsvinden.
Nestkastjes
Wij gebruiken het tralienestkastje of in mindere mate het plastieken badhuisje dat buiten de kooi bevestigd wordt. Daar er aardig wat licht binnenvalt in beide types van nestkastje nemen de mannetjes er onmiddellijk gebruik van. Meestal is na drie dagen het nestje al volledig afgewerkt. Wij vullen de nestjes eerst met bruine kokosvezel en vormen zo met de hand het nestje voor. De vogels werken dan zelf af met witte kokosvezel. Natuurlijk kan je ook sisaltouw of sharpi nemen, maar die materialen kleven snel aan elkaar vast en soms hangen er zelfs eitjes aan vast. Witte kokosvezel is stevig en zorgt voor een goed luchtig nestje, tevens bouwen ze er dan mooie, volle en dichte nestjes mee. Wij zweren bij deze twee soorten kokosvezel. Natuurlijk zijn er legio andere materialen verkrijgbaar, je moet gewoon datgene blijven gebruiken waarmee je goede resultaten bekomen hebt. Zo zijn er kwekers die uitsluitend gedroogd gras of hooi geven en die hebben ook goede resultaten.
Badwater
We hebben al opgemerkt dat zebravinken niet door invloed van het licht in broedstemming komen, maar wel door een verhoogde luchtvochtigheid. We weten ondertussen ook wel dat dit niet het geval is in gans Australië, want er zijn namelijk streken waar het bijna nooit regent en er zijn streken waar het nooit stopt met regenen. Maar toch is het zo dat als we zebravinken gedurende een zekere tijd badwater onthouden en het dan verstrekken, dit een positieve invloed heeft op de broeddrift. Daarom geven wij onze zebravinken in de broedkooien driemaal per week badgelegenheid. Bijkomende voordelen zijn dat de vogels voor de juiste vochtigheidsgraad kunnen zorgen in het nest. Dit is van belang bij het kippen van de eieren. De vogels zelf zullen er ook beter uitzien na een verfrissend bad en veel pootongemakken worden vermeden door een regelmatig bad.
Het kweken van zebravinken is het creëren van kweekvogels voor volgend seizoen!
© The World Of Zebrafinches – Jos & Sebastien Libens