Practische voeding



Ik heb de titel van deze pagina omgevormd naar ‘praktische’ voeding omdat ik heel bewust niet in detail wil gaan wat betreft de nutriënten of de bouwstoffen in de vogelvoeding. Er zijn zo een 50-tal nutriënten bekend en deze uitvoerig beschrijven zou te langdradig worden plus ik bezit er de kennis niet over. Daarom verkies ik om me te beperken tot de praktische kant en ik moet al onmiddellijk zeggen dat er weinig concreets bekend is over vogelvoeding en over voeding van zebravinken in het speciaal. Datgene wat jullie hieronder te lezen krijgen is er gekomen dankzij verwoede pogingen van enkele kwekers, waaronder ikzelf, om via experiment de voedingsgewoonten van de zebravink te bepalen. Als zebravinkenkweker zijn we grotendeels aangewezen op verworven kennis op het gebied van nutsdieren en meer bepaald het pluimvee. Dit is te erg om vast te stellen maar we moeten het nu eenmaal aanvaarden.

Als jullie dus gedacht hadden om hier eens haarfijn te vernemen hoe zebravinken moeten gevoed worden, dan moet ik jullie gedeeltelijk ontgoochelen omdat zoals reeds eerder gezegd alles gebaseerd is op experimenten en niet op wetenschappelijke stellingen. Zelfs de grote specialisten in de grote bedrijven moeten toegeven dat onze kleine siervogels economisch niet interessant zijn om dure onderzoeken op uit te voeren. Dus blijft er niets anders over dan de voedingssupplementen voor het pluimvee in die mate aan te passen aan het gewicht van onze zebravinken. Wat we op deze pagina willen bereiken is dat jullie zelf beginnen nadenken en alzo proberen om meer inzicht en kennis te vergaren om jullie zebravinken alles te geven en aangepast aan de omgevingsfactoren.

Zebravinken komen uit Australië en hebben geen seizoenen met langere lichtduur nodig om tot broeden over te gaan. Dat maakt dat ze onder alle omstandigheden met succes gehouden en gekweekt kunnen worden. De kunst van de voedingsleer bestaat er dus in eerste instantie in om onze vogels steeds een optimale conditie te bezorgen, ongeacht de omgeving waarin ze verblijven. Zebravinken worden gehouden in verwarmde kelders maar ook in koude tuinhuisjes met dunne en ongeïsoleerde wanden, in broedkooien maar ook in volières, binnen en buiten, met constante maar ook met wisselende temperatuur, bij daglicht of kunstlicht, met of zonder ventilatie, met hoge of lage vochtigheidsgraad in de lucht. Al deze factoren hebben invloed op de conditie van de vogel. En vermits we die conditie optimaal wensen te houden moeten we de voeding aanpassen naar die omstandigheden. We kunnen dus via de voeding veel bijregelen maar we moeten realist blijven en niet denken dan de voeding bij de zebravinken zwarte magie is.

We moeten dus besluiten dat de omgevingsfactoren en de voeding twee factoren zijn die mekaar in twee richtingen beïnvloeden. Bij huisvesting in kooien is de voeding meer kunstmatig dan in grote buitenvolières waar de zebravinken kunnen rondvliegen tussen allerlei beplanting, voorzien van alle mogelijke insecten, en ze kunnen foerageren op de grond tussen de bladeren en in de verse aarde. In een kunstmatig milieu zal u veel bewuster moeten omgaan met de voeding.

Als we de toename van grootte en gewicht bij levende wezens over vele decennia onderzoeken, dan komen we tot de vaststelling dat deze evenredig zijn met de toename van eiwitten in de voeding. Bij de zebravinken zal dat niet anders zijn. Des te rijker en gevarieerder de voeding, des te groter en struiser zullen de geboren jongen zijn. Hierbij moet natuurlijk rekening gehouden worden met de erfelijke aanleg die het jong van zijn ouders meegekregen heeft. Als je met kleine oudervogels zit, kan je de jongen niet dubbel zo groot kweken als de ouders. Je kan er alleen voor zorgen dat wat er genetisch inzit er ook maximaal uitkomt en dit door het geven van een volwaardige voeding.

Het doel van aangepaste voeding is dus zeker niet om uw vogels groter te kweken dan genetisch bepaald is, het doel van de voeding is in drie punten samen te vatten:

  • 1 voor de opbouw en de vervanging van weefselcellen in het lichaam,
  • 2 het verschaffen van energie voor het het handhaven van de lichaamswarmte en voor de arbeid bij noodzakelijke lichaamsverrichtingen,
  • 3 ten aanzien van het pluimvee: iets te produceren, bijvoorbeeld vlees of eieren, vluchtprestaties bij duiven, enz.

De opbouw van weefselcellen is van toepassing op jonge vogels terwijl de vervanging ervan meer van toepassing is op volwassen vogels. De enige opbouw bij volwassen zebravinken is de vorming van het ei. Dat dit meer van toepassing is bij poppen dan bij mannen zal u wel duidelijk zijn daar de poppen de eieren moeten produceren. De verzorging en voeding van de pop voor de leg begint is dus zeer belangrijk. Alleen goed gevoede poppen gaan zonder problemen tot eileg overgaan. Poppen die niet goed doorvoed zijn gaan de laatste maand voor de eileg hun schade moeten trachten in te halen, tenminste de kweker moet dat proberen te doen door de voeding aan te passen. Houd er rekening bij dat een nieuwe voedingsgewoonte minimum 30 dagen nodig heeft om effect te hebben op het vogellichaam.

Aanvullend willen we stellen dat een volwaardige en uitgebalanceerde voeding pas effect heeft als deze gerantsoeneerd gegeven wordt, dus de vogels krijgen net zoveel eten als ze per dag (of per week) op kunnen, een zebravink verbruikt gemiddeld 5 gram zaad en 1 gram eivoer per dag.

Voordelen van deze voedermethode zijn:

  • Ze nemen alles op en de berekende voedingswaarde van de mengeling wordt in de praktijk ook effectief opgenomen.
  • Afhankelijk van het seizoen kan de samenstelling veranderen, zo zal er in de rustperiode minder behoefte zijn aan eiwitrijke zaden.

Nadelen van deze voedermethode zijn:

  • Er kruipt meer tijd in de verzorging van de vogels.
  • Er zal iedere dag op hetzelfde uur moeten gevoerd worden, anders vallen er doden of raken de vogels uit conditie.

De voeding bestaat uit de zaadmengeling, het eivoer, water en enkele aanvullingen zoals groenvoer, geweekte zaden, onkruiden, insecten, grit en maagkiezel. Hieronder verduidelijk ik hoe wij onze zebravinken voederen. Dit kan een leidraad zijn voor kwekers met problemen, maar ik wil benadrukken dat als jullie tevreden zijn over jullie systeem van voederen, vernader er dan totaal niets aan. Zeker nooit tijdens de kweek veel veranderen.

Zaadmengeling

Zebravinken zijn zaadeters en bij zulk soort vogels is de basis voor een goede voeding natuurlijk de zaadmengeling. In praktijk zal deze bestaan uit slechts enkele zaadsoorten: gele panis, gele millet, Japanse millet en kanarie witzaad. De percentages zal u zelf moeten invullen daar iedere stam vogels een andere voedingsgewoonte heeft. Er moet echter van uitgegaan worden dat 70% moet bestaan uit millet en panis, en de overige 30% zal dan bestaan uit plat witzaad en Japanse millet. In een zaadmengeling die standaard te koop aangeboden wordt in de handel zullen er meestal zaden aanwezig zijn die totaal niet opgenomen worden door onze zebravinken. We spreken dan over lijnzaad, gepelde haver, hennep of kempzaad. Deze zaadsoorten zitten er in om ofwel de prijs te drukken ofwel om te voorzien in de behoeften van andere grotere exotische vogels. Belangrijk bij zaden is het vochtgehalte, dit mag de 17% niet overschrijden. Ligt het vochtgehalte hoger, dan hebben we kans op schimmelvorming. Hoe lager het vochtgehalte in de zaden, hoe hoger de voedingswaarde. De overige 83% noemen we de droge stof, en natuurlijk zit de voedingswaarde in deze droge stof. Belangrijkste aanwezige stoffen zijn koper, calcium, fosfor, natrium, mangaan, jodium, ijzer, silicium en kalium. Bij het spenen der jongen, anders gezegd het scheiden van de jongen van de ouders, geeft men best trosgierst aan de pas zelfstandige jongen. Trosgierst heeft een iets hogere vochtigheidsgraad en is over het algemeen verser dan zaden, hierdoor is het voor de jonge en minder krachtige snaveltjes makkelijker om de zaadjes te pellen.

Ei- en krachtvoer

Wat het verschil is tussen beiden weten we zelf niet echt goed. Meestal spreekt men over eivoer in de kweekperiode en over krachtvoer in de rust- en ruiperiode, wij spreken alleen maar over eivoer en dit wordt het ganse jaar verstrekt. Wat wel een zekerheid is, is dat een goede zaadmengeling niet volstaat om volwaardige vogels op de show te brengen. Een goed eiwitrijk eivoer zal daarom als aanvulling moeten gegeven worden. Het eivoer zal moeten aanvullen waar de zaadmengeling tekort schiet op gebied van eiwitten, vitamines en mineralen. De meest eenvoudige weg is het aankopen van een commercieel eivoer. Normaalgezien zit in de gekende merken vrijwel alles wat een vogel nodig heeft, alleen is er een probleem en dat is dat zebravinken andere smaken op prijs stellen dan kanaries, parkieten en wildzang. Vele vogels doe je een plezier met het toevoegen van honing; zebravinken evenwel niet. Dit smaakprobleem zorgt ervoor dat aardig wat kwekers zich de haren uit het hoofd zouden trekken, omdat hun vogels geen eivoer opnemen. Daarom hebben wij ons eigen huisrecept en de aanmaak ervan is zeer eenvoudig. Het is gemaakt op basis van enkele ervaringen: zo eten zebravinken liever vochtig eivoer dan droog, en het eivoer moet zacht zijn en niet hard.

Wij nemen een glas rusk (of couscous) en laten dit een half uur trekken in water waaraan eerst een vitaminecomplex van Dr. Van Hemelrijck is toegevoegd. Deze couscous maakt ongeveer 60% uit van het eivoer. De overige 40% wordt gevormd door droog eivoer (MITO) waaraan een bijkomend eiwit-vitamine-electrolyten-mineralensupplement van Dr. Van Hemelrijck aan toegevoegd wordt. Alles wordt goed gemengd en vrijwel onmiddellijk aan de vogels gegeven. U zal merken dat de vogels reeds klaar zitten in volle afwachting. Het eivoer wordt onmiddellijk opgenomen en aan de, om eten bedelende, jongen gegeven.

Indien U medicijnen moet geven aan de vogels kan dit ook best in het water van de rusk/couscous toegevoegd worden. De vogels nemen ze dan zonder problemen tot zich. Medicijnen in het drinkwater doen, heeft hetzelfde effect als water naar de Noordzee brengen, met andere woorden: totaal geen effect. Zebravinken ruiken en proeven direct dat spul in het water en nemen niets tot zich. Hun instinct leert hun van het bovenste deel weg te kieperen in de hoop eronder iets anders te vinden. Resultaat zijn lege drinkflesjes die de kweker verkeerdelijk de indruk geven dat het medicijn toch is opgenomen.

Vitamines

Vitamines zijn organische verbindingen die beslist noodzakelijk zijn voor diverse chemische processen die zich in het vogellichaam afspelen. Ze hebben ze nodig om in leven te blijven, zich voor te planten, enz. Vitamines moeten we van buiten het lichaam via de voeding verstrekken. Verschillende vitamines worden in het lichaam zelf opgebouwd door bacteriën of ze ontstaan door invloed van het zonlicht. Die aanmaak van vitamines door het lichaam zelf is echter onvoldoende om een vogel in optimale conditie te houden, we gaan ze iets extra moeten bezorgen. In de handel zijn onnoemelijk veel producten te koop en vrijwel allen zijn ze afdoende omdat het aantal eenheden dat ze bezitten per vitamine zo hoog ligt dat ze echt moeten voldoen. Volg gewoon wat er op de verpakking staat en je zebravinken zullen niets te kort komen. Een opsomming van de verschillende vitamines ga ik niet geven, noch hun functie binnen het vogellichaam. Voor meer informatie kan je altijd terecht in boeken over voeding.

Water

Van water kan je niet onmiddellijk zeggen dat het een voedingswaarde heeft, maar toch is het onontbeerlijk. Water heeft namelijk drie functies: warmteregelaar, oplosmiddel en transportmiddel. Voor een goede spijsvertering is water noodzakelijk. Alle voedingsstoffen worden in het water opgenomen en via de organen in de bloedbanen gebracht. Via het bloed worden ze dan in alle delen van het zebravinkenlichaam gebracht. De afvalstoffen moeten het lichaam dan weer verlaten en hiervoor is water ook verantwoordelijk. Zebravinken urineren niet in vloeibare vorm; zij raken via het mest alles kwijt. De urine is eigenlijk de witte aanslag op het mest.

De temperatuur van een zebravink ligt rond de 42°C, dus aardig wat hoger dan bij de mens. Zodoende voelt een zebravink altijd warm aan als je ze in de hand neemt, het warmtegevoel komt dus niet van koorts. Om die temperatuur zo hoog te houden, moet het water zorgen voor aanvoer van brandstoffen. Deze brandstoffen komen uit de droge stof. Naast het vocht uit de voeding moet de vogel ook vrij kunnen beschikken over zuiver drinkwater dat regelmatig ververst wordt. Vervuild water kan een bron zijn van alle mogelijke ziektekiemen.

Op dit ogenblik wordt er enorm sterk aangeraden door medici om het drinkwater aan te zuren of om de zuurtegraad van het drinkwater te verhogen. Dit kan door het gebruik van vooral appelazijn of medicinaal zoutzuur. Lees echter zeer nauwkeurig de bijsluiter of de handleiding op de fles, want hier begeeft zich op een zeer gevoelig en vooral gevaarlijk vlak.

Groenvoer

Onder groenvoer verstaan wij alle mogelijke soorten onkruiden in groene vorm, evenals groenten of gekiemd zaad. Als dit in zeer beperkte mate gegeven wordt, is groenvoer een goede aanvulling op het menu. Maar er kunnen problemen ontstaan als onze zebravinken er vrije en onbeperkte beschikking over hebben en dus te veel groenvoer tot zich nemen. Bij het zaad hebben we gezegd 17% water en 83% droge stof, bij groenvoer is het net andersom, daar hebben we 80% water en 20% droge stof. U begrijpt ook dat de zebravinken uit die 20% droge stof, die ze kunnen opnemen uit groenvoer, onmogelijk voldoende voedingsstoffen kunnen tot zich nemen. De vogels raken onherroepelijk uit conditie en ze geven je de grootste problemen bij de kweek. Bij pasgeboren jongen ligt de doodsoorzaak dikwijls aan te veel groenvoer of gekiemd zaad.

Mineralen, grit & maagkiezel

Deze moeten voortdurend aanwezig zijn in onze kooien en volières. De zebravinken vullen hiermee hun behoefte aan mineralen aan. Vooral poppen hebben daarvan een extra portie nodig in de voorbereiding van de kweek. Poppen halen de stoffen, die nodig zijn voor de vorming van de eierschaal, uit hun eigen beenderstel. Nadien worden die stoffen dan weer aangevuld met mineralen vanuit de grit, oesterschelpen en maagkiezel. Krijgen ze dat niet, dan is legnood het gevolg en bij kleine exotische vogels, zoals zebravinken, heeft dat dikwijls de dood, of minstens legnood, tot gevolg. In iedere dierenspeciaalzaak kan je mineralen kopen in poedervorm. Het meest bekend bij vooral duivenliefhebbers is de rode Vitamineral. Dit rode poeder is enorm goed om je zebravinken te voorzien van alle mineralen. Je kan het los in een potje verstrekken of je kan het ook onder het eivoer doen.

Insecten

Jaren geleden dachten we dat de zebravinken in de natuur regelmatig insecten tot zich namen. Na een onderzoek van een Australische professor weten we beter. Deze professor onderzocht de krop- en maaginhoud van dode zebravinken en kwam tot de onthutsende vaststelling dat er vrijwel geen insecten te vinden waren in de dode vogels. Onderzoek van nog levende exemplaren gaf eenzelfde resultaat, dus het is niet nodig om insecten te voederen. Meestal bezitten onze voedingssupplementen genoeg dierlijke eiwitten om de vogel in zijn behoefte te voorzien.

Onkruiden

Deze kunnen zeker een toegevoegde waarde zijn. Alleen moeten we oppassen met hetgeen wat we voederen. Onkruiden bevatten stoffen die de kleur van de bevedering kunnen beïnvloeden, zo zijn er kruiden die invloed hebben op de hoeveelheid phaeomelanine. Een warmere tint bruin is dan het gevolg en dat dit bij vogels uit de grijsserie hoogst ongewenst is, hoeven wij jullie niet uit te leggen.

Bron : © The World Of Zebrafinches – Jos & Sebastien Libens


Terug naar de hoofdpagina

error: Content is protected !!