Hoe beginnen ???



Print Friendly, PDF & Email

Eigenlijk zou ik me moeten schamen dat ik zo een groot gedeelte van onze zebravinkenliefhebbers gedurende twee jaar zoveel te kort heb gedaan. Begin 2004 toen onze eerste site online ging heb ik die site volledig gebouwd voor de meer ervaren kweker, de zogenaamde showkweker. Ik dacht dat beginnende en onervaren kwekers hun gading wel zouden vinden op andere sites. Klaarblijkelijk heb ik me daarin vergist want wij worden al geruime tijd overstelpt met vragen van onervaren kwekers. Vele vragen worden op het forum gesteld, maar velen durven die vragen niet stellen. Daarom dat we best een volledige pagina wijden aan de beginnende liefhebbers. Maar wat moet op zo’n pagina vermeld worden? Ik wist het zo onmiddellijk niet omdat mijn beginnerervaringen reeds dateren van 25 jaar geleden en daarom ben ik blij dat deze pagina geschreven is in samenwerking met Joris Dottermans. Joris is nog een jonge kerel, een student, die enkele jaren begonnen is met zebravinken en die ook de eerste zebravinkensite in België heeft ontwikkeld. Door tijdsgebrek kan Joris zijn site niet naar behoren bijwerken en daarom heeft hij ons de toelating gegeven om verscheidene teksten over te nemen van zijn site. Slechts één detail heb ik niet overgenomen en dat is de voeding, deze wordt op een aparte pagina uitvoerig behandeld. De foto’s over volièrebeplanting zijn van Ton Albers.

Hier beginnen we dus aan de pagina voor de minder ervaren kweker in de hoop dat ze binnen afzienbare tijd doorgestoten zijn naar de top der showkwekers.

De aanschaf

Vooraleer men vogels (zebravinken) gaat aankopen, moet men van een paar dingen zeker zijn. Zo moet men allereerst beseffen dat het diertje niet enkel en alleen plezier met zich meebrengt. Er kan ook een hoop werk aan verbonden zitten. Het laatste wat je wil doen is een vogel impulsief aankopen omdat je hem in een winkel gezien hebt en toch zo leuk vindt. Als je de vogel koopt dan komt daar meteen ook een kooi, voederbak, eten zelf en werk bij kijken. Denk nu niet dat ik jullie nu probeer af te schrikken, ik probeer jullie gewoon duidelijk te maken: bezint eer je begint. Hieronder som ik enkele zaken op waar je best rekening mee houdt bij de aankoop van een vogel.

Voor de aankoop

Een zebravink is een sociale vogel, hij heeft niet zozeer nood aan mensen in de buurt, maar wel aan een soortgenoot en dan liefst één van het andere geslacht. Dus het is aangeraden om er minimum twee te kopen i.p.v. slechts één. Ook nooit twee koppels bijeen zetten => dit geeft ruzie, meer of minder mag wel. Heeft u de tijd om voor de vogeltjes te zorgen? Normaal gezien wel, één koppel zebravinken brengt niet zo veel werk met zich mee en daarom lukt het meestal wel om een koppeltje in huis te nemen. Zodra men echter naar meerdere koppels overschakelt, wat waarschijnlijk gebeurt als het je bevalt, dan ga je er toch rekening mee moeten houden dat je hier en daar tijd gaat moeten beginnen vrijmaken. En eventueel zien dat je huisgenoten er geen last van gaan hebben.

Tijdens de aankoop

Als deze twee vorige punten in orde zijn dan kan men overgaan tot de aanschaf van deze mooie vogels, nu rest er enkel nog de vraag: Waar? Zebravinken zal je in vrijwel elke dierenwinkel aantreffen die vogels verkoopt. Als je een gewone doorsnee vogel wil en als het de eerste keer is dat je je een vogel aanschaft dan is de dierenwinkel de beste plaats voor jou. Je vindt er reeds mooie vogels tegen een redelijke prijs. Maar stel dat je op zoek bent naar een beter exemplaar. Dan moet je op zoek gaan naar een kweker. Zeker als je de voorgeschiedenis van de vogel wil weten: vader, moeder, split voor… Meestal is het bij een kweker iets duurder, maar je krijgt dan ook waar voor je geld. Een echte kweker zal je niet oplichten!

Waar moet ik op letten als ik een vogel ga kopen?

    De vogel mag niet te zenuwachtig zijn, als hij zich bijna te pletter vliegt tegen de tralies, laat hem dan zitten, aan de andere kant mag hij ook niet stil zitten en de indruk geven dat hij voordurend wil slapen, wat er op wijst dat deze vogel ziek is: naar lucht happen en voortdurend krabben zijn ook redenen waarom men deze vogel niet zou moeten aankopen.

  • De snavel moet ook in orde zijn, als je ziet dat deze misvormd is, laat je de vogel beter zitten.

  • Tel de teentjes, ik heb een vogel die een teen verloren geraakt is door een minuscuul draadje dat zich rond de teen vast had gezet. Hierdoor kreeg de teen geen bloed meer kreeg en stierf deze af. Deze vogel is voor de rest terug in prima conditie. Een teen verliezen is niet zo erg, het ontsiert de vogel zelf gewoon een beetje.

  • Het verenkleed moet in orde zijn, zeker rond de anus, natte veertjes en resten van uitwerpselen zijn uit den bozen.

  • Vogels met een uitstekend borstbeen en opgezwollen buikholte mijdt men beter.

Na de aankoop

U heeft al vogels en wil er zebravinken bij plaatsen: zebravinken kunnen bij tamelijk veel andere soorten geplaatst worden. Papegaaiachtige zijn wel af te raden, niettemin heb ik er zelf een koppel valkparkieten bijzitten. Deze zijn zeer vreedzaam en trekken zich gewoonweg niets aan van de zebravinken. Best zet je ze samen met soorten die ongeveer dezelfde eisen stellen. Als je meerdere vogels samen gaat plaatsen, zie dan wel dat ze genoeg ruimte hebben zodat ze elkaar niet lastig vallen! Om de nieuwe vogels bij de vogels die reeds in de volière vertoeven te plaatsen, kan men best het volgende doen:

  • Allereerst dient men zeker te zijn dat de nieuwe vogels gezond zijn en vrij van luizen. Als ze er hebben, zeker niet bij de andere zetten, maar apart plaatsen en ze bespuiten met een middel geschikt tegen luizen voor vogels. Doe dit tot dat alle luizen weg zijn. Je houdt deze vogels dan best een week of twee apart. Als je dit niet doet is de kans groot dat heel je volière last krijgt van luizen. Beter gezegd, het is dan bijna onvermijdelijk …

  • Je kan de nieuwe vogel, als die uit een kleine kooi komt en je wil hem in een volière plaatsen, best even laten wennen door hem in z’n kooi in de volière te plaatsen voor een dag of twee.

  • Vraag aan de kweker van waar hij hem gehaald heeft en wat zijn dieet was, zodat je hem de eerste dagen hetzelfde kan aanbieden zodat hij zeker eet. later kan je zijn dieet dan weer aanpassen aan hoe jij het beste acht.

Man of pop

Leuk , je hebt besloten een koppel zebravinken te kopen, maar nu is de vraag : Hoe kan ik het verschil zien tussen de man en de pop? Bij zebravinken is het verschil tussen de geslachten makkelijk op te merken, bij welke kleurslag dan ook komen dezelfde kenmerken voor namelijk :

    De mannen beschikken over :
  • Oranjebruine wangvlekken (hangt af van de kleurslag)

  • Getekende flanken (bruine met witte stippen)

  • Een zwartwitte borsttekening

  • Een rode snavel. Deze laat toe om bijna altijd een onderscheid te maken tussen man en pop. Zelfs bij kleurslagen zonder tekening zoals bijvoorbeeld de witte kleurslag, met uitzondering van de geelsnavel.

    De poppen beschikken over :
  • In tegenstelling tot de mannen hebben de poppen een veel soberder verenkleed en zij beschikken dan ook over geen enkel van de kenmerken die bij de mannen zijn opgenoemd.

  • Met uitzondering van bepaalde kleurslagen zoals bijvoorbeeld de zwartwang: hierbij heeft ook de pop wangen.

Opmerking: als je de site verder zal uitdiepen zal je regelmatig andere kleurverschillen zien tussen man en pop, vooral bij de mutaties.

De verzorging

Het moest natuurlijk ook aan bod komen: de verzorging. Als men dan besluit een zebravink(en) aan te schaffen dan wordt er natuurlijk ook van je verwacht dat je deze goed verzorgt! Om u hierbij te helpen, heb ik deze sectie gemaakt, mocht je na het lezen hiervan nog vragen hebben, contacteer dan de webmasters.

    De nagels

    Zoals je wel kan vermoeden is het uit den bozen wat je hier op de foto ziet. De oorzaak hiervan is vaak te wijten aan de zitstokken. Door zitstokken van verschillende diktes in de kooi (volière) te plaatsen kan men dit voorkomen. Op die manier slijten de nagels normaal gezien vanzelf af. Als men nu een vogel heeft die hiervan last heeft, dan kan men hem altijd helpen door zijn nagels bij te knippen met behulp van een nagelknipper. Als men dit voor de eerste keer doet, dan kan dit best angstaanjagend zijn en kan men dan eventueel hulp vragen aan een ervaren iemand. Als men het zelf wil doen dan moet men erop letten dat men niet in het ‘leven’ van de nagel knipt, want dit kan tot pijnlijke bloedingen leiden. Het leven kan men herkennen aan het donkerdere deel van de nagel tegen de teen. De reden waarom men te lange nagels moet vermijden is omdat het voor de vogel erg lastig is en omdat het in erge gevallen kan leiden tot vergroeiingen aan de tenen.

    Ontwormen

    net als katten en honden kunnen vogels wormen krijgen, maar dit is makkelijk te verkomen en te verhelpen. Om het jaar (half jaar) een wormenkuur is de oplossing. Als u dit net als nagels knippen liever door iemand anders laat doen dan kan u in dit geval bij de dierenarts terecht.

    Help, mijn vogel is ziek

    et is niet prettig maar het kan iedere vogel overkomen, ziek zijn. De vraag is nu, hoe kan ik zien dat mijn vogel ziek is en wat kan ik er aan doen? Je ziet dit aan de manier waarop hij zich gedraagt, hij beweegt niet veel en zit vaak te slapen overdag. Maar het belangrijkste symptoom is de manier waarop hij zit, hij zit namelijk ‘dik’ zoals men zegt. Hij zet hierbij zijn pluimen op om geen warmte te verliezen. Wat kan ik nu doen? Wel, allereerst gaat men de vogel op een warme plek plaatsen, als het louter een verkoudheid is zal de vogel snel terug genezen zijn. Als het iets erger is, gaat men er best mee naar een dierenarts of een ervaren kweker, deze kan dan aan de hand van bepaalde symptomen bepalen wat de vogel heeft en wat men er aan kan doen.

    De rui

    Dit is een belangrijke, moeilijke periode voor de vogel. Tijdens dit moment worden de veren en pluimen van de vogel vernieuwd. Omdat dit een moeilijke periode is voor de vogel zal deze ook kalmer zijn, zelfs de actievere vogel. De ruiperiode duurt zo’n anderhalve maand en gebeurt bij de volwassen vogel slechts éénmaal per jaar. Problemen bij de ruiperiode die de kop kunnen opsteken zijn “de stokrui”; de vogel blijft in dit geval in de rui steken ten gevolge van te koud drink- en/of badwater. Oplossing : een beetje soda opgelost in drinkwater.

    Het water

    Vele vogels hebben behoefte aan een dagelijks bad en we mogen hen dit dan ook niet ontnemen. Men moet erop letten dat men het badwater dat men de vogels aanbiedt, dagelijks ververst, zelfs als het niet vuil lijkt. Op die manier kan men ziektes vermijden. Indien uw vogel het niet zo begrepen heeft op baden, dan kan u hem nog altijd bespuiten met wat men noemt ‘een plantenspuit’ die men wel op nevelstand dient te zetten.

    De schoonmaak

    De kooi en/of volière dien(en) regelmatig schoongemaakt te worden. Men moet zelf een beetje zien wanneer het nodig is. Het hangt af van verschillende omstandigheden, zoals de grootte van de kooi, de hoeveelheid vogels die erin zitten en het seizoen: zo zal bijvoorbeeld tijdens het kweekseizoen meer gekuist moeten worden omdat de nestkastjes dan veel gebruikt worden en omdat er een groter aantal vogels in de kooi zitten (de jongen die afvliegen)Tegelijkertijd dient men ook de eet- en drinkbakjes proper te maken, de zitstokken enz. Voor de zitstokken kan men verschillende ontsmettende middelen bekomen die geen schade berokkenen aan de vogels, hiervoor ga je best naar een dierenwinkel en vraag je daar om raad. In mijn volière maak ik gebruik van rivierzand als bodembedekking. Indien je een gewone kooi hebt, raad ik schelpenzand aan als bodembedekker. Dit is hygiënisch en de vogel kan zoveel kalk opnemen als hijzelf nodig vindt.

Tam maken

Het is niet meteen het eerste waaraan je denkt aks je je een zebravink aanschaft, maar het is mogelijk: je kan een zebravink tam maken. In mijn ogen, tamelijk makkelijk zelfs. Ikzelf ben er reeds in geslaagd om zonder al teveel moeite een zebravink tam te maken, op die manier dat ze uit mijn hand kwam eten. Het is dan ook met eten dat ik ze tam heb gekregen. Ik heb zowel vogels in een volière als in een kooi tam gemaakt en persoonlijk vind ik het in een volière makkelijker. Dit omdat de vogel daar kan wegvliegen. Zo kan hij even tot rust te komen om daarna weer terug naar jou toe te komen. Als het de vogel in een kooi niet bevalt dan kan hij niet weg en wordt hij nerveus. Je mag je vooral niet opdringen. Als je dit doet bereik je niets. De vogel moet immers naar jou toe komen en niet omgekeerd.

Ik ga het hierbij soms hebben over ‘uitgenepen brood’. Dit is brood dat je even onder de kraan hebt gehouden zodat het vochtig is. Hierna dien je dit brood zachtjes samen te drukken zodat het een bolletje vorm. Terwijl je dit doet, nijp je er het overtollige water uit. Zo bekom je dan ‘uitgenepen brood’. Wanneer ik het over dit soort brood heb, dan neem ik ook aan dat het brood zich in een voederbakje of dergelijke bevindt.

We zullen met de eerste stap beginnen:

    Stap 1
    Je moet de zebravink iets voorschotelen waar hij dol op is. Nu hebben zebravinken niet direct als papegaaien iets waar ze dol op zijn, maar er zijn toch enkele dingen waarvoor ze uit je hand zouden komen eten. Zo is er bv. nat brood dat je hebt uitgeknepen zodat het nog een beetje vochtig is. Zeker bij de kweek mag dit niet ontbreken (zien dat je niet teveel geeft anders kunnen ze diarree krijgen). Je geeft éénmaal per dag zo een beetje brood gedurende een halfuur en haalt wat er nog van over schiet weg, zodat het niet beschimmeld. Gedurende dat half uur laat je hem met rust, zodat hij het kan leren kennen en opeten. Dit kan je zowel in een volière als in een kooi doen. Na enkele dagen zal je zien dat hij, zodra je het erin hebt gezet, het komt opeten (als dit niet zo is, dan betekent dit dat hij het niet graag heeft en dan zal je het met iets anders moeten proberen). In een volière is er veel kans dat ze al in de buurt van de plaats komen zitten waar je het brood gaat plaatsen (zet het brood altijd op dezelfde plaats). Je doet dit gedurende een week totdat je ziet dat hij het goed gewoon is.

    Stap 2
    Je zal zien dat de vogel minder last heeft van je aanwezigheid dan vroeger, omdat hij nu weet dat je iets lekkers brengt, maar toch blijft hij nog op een afstand. In een kooi doe je het volgende: Je plaats het eten in de kooi en gaat er naast zitten en kijkt toe hoe hij eet. In het begin zal hij twijfelen aangezien je normaal niet blijft kijken, maar zijn zin naar het eten zal uiteindelijk de overhand nemen. Na enkele dagen is hij je aanwezigheid gewoon en dan kan over gaan naar de volgende stap. In een volière doe je dit: Je hurkt je ergens neer in de buurt van het brood (je kan best gaan zitten, want anders ben je te imposant en zullen de vogels schrik van je hebben). Je zet je best niet vlak naast het brood, maar gewoon ergens in de buurt. Je kan dan toekijken terwijl de vogel aan het eten is. In het begin zal de vogel wat onwennig toekijken, maar na een tijdje zal hij je gewoon negeren.

    Stap 3
    De zebravink is nu aan je gewend geraakt. In een kooi doe je het volgende: Je neemt een beetje brood en steekt het door de tralies en laat hem even doen. Hij moet nu even wennen aan de nieuwe plaats, maar hij zal het toch komen opeten. Na enkele dagen zal hij op de vast plek naast de tralies al klaar zitten als hij je ziet aankomen. De volgende keer hou je je hand tegen het brood, je kan het vast houden terwijl het door de tralies steekt, en laat je hem naar je toe komen. Maak op dit moment zeker geen bruuske beweging en wees zeker dat je zit, anders ben je te imposant. Na een tijdje zal de zebravink ook dit door hebben en als hij zonder probleem zo uit je hand eet dan kan je de volgende keer je hand door het poortje steken met het voedsel in je hand. Eerst zal hij een beetje in paniek zijn, maar als je je rustig houdt dan zal de vogel kalmeren om uiteindelijk uit je hand te komen eten. Daarna kan je het brood op je blote hand leggen. Dan is het geduld hebben en wachten tot dat hij het zo gewoon is dat hij helemaal geen last meer van je heeft. Je kan dan eens proberen hem buiten de kooi te nemen. Let wel: het is geen papegaai die rustig blijft zitten; de vogel zal waarschijnlijk rond beginnen vliegen. Je kan ze dus wel tam maken, maar niet in die mate dat ze gewoon zelfstandig op je vinger komen zitten, we spreken hier alleen van voedertamheid.

In de volière

Hier heb ik het meeste resultaat gekregen. Als je ziet dat ze niet meer naar je kijken dan zet je je de volgende keer dichter bij het brood. Elke keer opnieuw ga je er iets dichter bij zitten tot dat je er vlak naast zit. Nu blijf je best enkele dagen ernaast zitten als je het brood geeft. Op die manier wordt hij je beter gewoon. En dan komt de dag: je zet het brood niet neer, maar houdt het vast in je hand en terwijl je rustig gehurkt zit, zal er hopelijk één naar je toe komen gevlogen. Hij zal in je buurt landen en enkele keren op en af vliegen om te zien wat er gebeurd. Je laat hem rustig doen. Op een gegeven moment zal hij dan naar je toe huppelen en op het brood komen zitten. Maak nu zeker geen verrassende bewegingen anders zit de schrik er terug in. Hierna kan je proberen het brood op je blote hand te leggen en zien of hij afkomt. Je mag nooit vergeten dat er veel geduld nodig is om een vogel tam te krijgen. Veel succes!>

De beplanting van een volière kan een groot verschil maken: het kan de volière dat ietsje meer geven en het kan tevens praktisch zijn voor de vogels. Sommige vogels hebben werkelijk behoefte aan beplanting. Als je een volière hebt dan kan je je zebravinken het plezier niet ontzeggen van enkele mooie planten. Het geeft ze een veilig gevoel en het is een goede schuil- en kweekplaats. Als er bv. een merel alarmerend voorbij vliegt dan reageren mijn vogels hierop door allemaal naar de vlier te vliegen (een vlier mag zeker niet ontbreken)Sommige vogels geven nog altijd de voorkeur aan de natuur.

Het is best om niet TE veel planten te zetten. Liefst laat je de planten niet te hoog groeien zodat ze de vogels in hun vlucht niet storen. Planten alleen voldoen niet: je dient sowieso zitstokken te plaatsen die geen te kleine diameter hebben. De poot van de zebravink moet rond de stok kunnen zodat ze een goede houvast hebben. Door een te kleine diameter te gebruiken kunne ze hun nagels niet slijten. Door een te grote diameter te gebruiken hebben ze geen houvast.
Lang niet elke plant is geschikt voor een volière. Men probeert goed te doen, maar als men dan juist een giftige plant plaatst, kan dit fatale gevolgen hebben. De giftige goudenregen plant je dus best niet in de volière want zebravinken zijn echte knagers.

Ik ben ‘fan’ van de vlier: mijn lievelingsplant voor in een volière! Ze biedt veel bescherming aan de vogels en groeit zeer snel. Ze kan dus tegen een stootje. De vruchten zijn tevens eetbaar voor de vogels. Het enige nadeel is misschien dat ze iets te snel groeit en dat ze bijgevolg af en toe zal moeten worden bijgeknipt. In de winter verliest deze plant wel haar bladeren en stopt ze met groeien. Niettemin is dit een prima plant voor in de volière, ik heb er drie staan.

Luizen: een pest !

Ik zag dat men op het forum om raad vroeg ivm luizen: Hoe kan ik ervan af raken? Hoe kan ik vermijden dat ik er last van krijg? Ik heb een beetje rond gevraagd en ben op die manier op een artikel gestoten dat ik hieronder geplaatst heb.

    Luizen en mijten
    Van dit ongedierte bestaan verschillende soorten, maar de kwaadaardigste is ontegensprekelijk de rode luis. Hoewel men haar rode bloedluis noemt is het eigenlijk een mijt. Zij is een ware vampier. Tijdens de nacht kruipt zij op de vogels en zuigt zich vol met bloed. Overdag verbergt zij zich in spleten en kieren en wordt zo dikwijls niet opgemerkt door de kweker. Bloedluizen kunnen zo talrijk voorkomen dat vogels aan bloedarmoede sterven. De slachtoffers zijn letterlijk leeggezogen. Vooral nestjongen zijn gewillige slachtoffers.
    Wat wel opvalt is het feit dat kwekers die alleen zebravinken op hun hokken hebben slechts zelden met bloedluis geconfronteerd worden. Pas wanneer de kweker buiten zebravinken ook andere vogelsoorten zoals kanaries, wildzang ea. op de hokken heeft vliegen hebben ook de zebravinken last van dit ongedierte. Het vermoeden bestaat dat de meeste zebravinken rode bloedluis opeten. Pas wanneer de toevloed te groot wordt kunnen zij dat niet baas en worden ook overvallen.

    Waar zebravinken wel veel mee geconfronteerd worden is de grijze vederluis. Veel last hebben onze zebravinken hier niet van, alleen wat jeuk, wat wel resulteert in flink zenuwachtige vogels. Ook van vedermijt hebben zebravinken wel eens last. Dit kleine roze spinnetje bijt stukjes uit de veren, in erge gevallen kan het voorkomen dat de veren zo beschadigd worden dat de vogel zelfs niet meer kan vliegen. In al deze gevallen is voorkomen beter dan genezen. Het ophangen van een anti-insektenstrip kan al veel onheil voorkomen. Wie toch geconfronteerd wordt met een invasie dient al zijn vogels te behandelen met een anti-luis poeder zoals er verschillende in de handel zijn. Maar alleen de vogels behandelen is onvoldoende ook het ganse hok dient ontsmet, want men moet ook de eitjes weg krijgen. De beste methode om een hok te ontsmetten is een rondgang met een bunsenbrander. De vlam zal ook in spleetjes en kieren doordringen en alle eitjes en ongedierte verschroeien. Wie plastickooien bezit kan die werkwijze natuurlijk niet toepassen. Die kwekers zullen zich moeten behelpen met een flinke schrobbeurt met een sterk ontsmettingsmiddel (Dettol of H.A.C.) Preventief kunnen de gereinigde kooien dan worden behandeld met OCE-POU dit in water oplosbare poeder wordt verneveld op de wanden van de kooi. Na dat het water is opgedroogd blijft een dun laagje poeder achter, luizen die zoals bloedluizen niet op de vogels blijven maar wegkruipen in kieren sterven bij aanraking met het achtergebleven poeder.

    De schurftmijt moeten we anders bestrijden. Deze mijt kan vrij veel schade aanrichten. De snavel van de zebravink is haar geliefkoosde vestigingsplaats. De mijten graven gangetjes in de hoornlaag van de snavel. Hun ontlasting vormt een witachtige korst op de snavel. In zeer erge gevallen kan het zelfs gebeuren dat de snavel zo sterk ondermijnd wordt dat deze afbreekt, wat natuurlijk de dood van de vogel tot gevolg heeft. Gelukkig is de kwaal snel en met goed gevolg te behandelen. Wanneer de kweker tweemaal per dag en dit gedurende één week de bek aanstrijkt met vaseline, zullen de mijten die in de gangetjes leven die zij graven, geen zuurstof meer krijgen en sterven. De witte aanslag op de snavel is na de behandeling met een scherp mesje weg te schrapen.

De jongen

Als men eenmaal jonge vogels heeft dan dient men deze ook goed te verzorgen en 1 van de belangrijkste elementen is dan ook hun eten. Hun dieet ziet er namelijk iets anders uit dan dat van de volwassenen. allereerst moet er gewoon tropisch voer aanwezig zijn! Dit moet zeker aanwezig zijn, want dit is het belangrijkste! Daarna kan je nog extra groenvoer aanbieden: voorbeelden hiervan zijn: vogelmuur, klein hoefblad, herderstasje, kruiskruid, weegbree, paardenbloem. deze laatste geef ik het meeste, het is makkelijk te vinden en de vogels eten het graag. Maar pas op dat het niet bespoten is met pesticiden, want dit kan tot de dood van de vogel leiden, tuinkers, graszaden en melkdistel. Je geeft dit best al een tijd voor ze jongen hebben, zo worden de volwassen vogels het gewoon en gaan ze het ook aan hun jongen geven als het er uiteindelijk op aan komt. Als je het voor de eerste keer geeft midden in het kweekseizoen dan beschouwen de ouders het niet onmiddellijk als voedsel en gaan ze het ook niet aan hun jongen voederen.
Wat ook zeer goed is voor jonge vogels , is nat brood . De oudervogels eten dit snel op en brengen het vervolgens naar hun jongen . Het beste is bruin brood want hierin zitten nog vezels en dergelijke: Je neemt een snede brood , je houdt het onder de kraan en knijpt het daarna uit.

  • De ouder vogels eten het bijzonder graag en nemen het dus gemakkelijk op.

  • Het stimuleert de ouders om hun jongen te voeren.

  • Brood bestaat eigenlijk uit fijngemalen granen (je kan het beschouwen als voorgekauwde granen) EN wat natuurlijk niet mag ontbreken : eivoer , kant en klaar verkrijgbaar in de winkel. Ontkiemd zaad kan ook goed dienst doen,want dit zit boordevol vitaminen! MAAR, let er altijd op dat je niet teveel geeft ,want het hoofdvoedsel moet het tropisch zaad blijven, als de ouders teveel van het ander kunnen opnemen, dit gaan ze doen als ze dit lekkerder vinden, en aan hun jongen geven dan zullen de jongen misschien te weinig essentiële voedingsstoffen binnenkrijgen.Als de ouders teveel groenvoer , brood of gekiemd zaad eten dan kan dit leiden tot diarree : dus alles met mate!

De kweek

Het belangrijkste wat men nodig heeft als men wil gaan kweken is natuurlijk een koppel zebravinken: een pop en een man. Nogal logisch niet … Voor het verschil tussen de geslachten verwijs ik door naar de aanschaf . Tijdens de kweek is het belangrijk dat men niet teveel veranderingen gaat aanbrengen aangezien dit de vogels kan verstoren. Als men een plant of dergelijke wil plaatsen dan doet men dit best voor of na de kweek maar niet tijdens de kweek. Zebravinken zijn geduldige vogels, dus ze zullen niet fel op reageren op een wijziging, maar toch, je weet maar nooit!

Zie ook dat er altijd genoeg nestkastjes aanwezig zijn als men meerdere koppels heeft, omdat er anders misschien ruzie van kan komen als enkele koppels dezelfde nestplaats uitkiezen. Het nestkastje om in te kweken is best rond de 12 cm breed, hoog en diep. Men kiest het best gesloten kastjes maar dit is geen noodzaak, halfopen kan ook,sommige zebravinken verkiezen dit zelfs.

Stap 1
zorg ervoor dat je een pop en man tezamen zet en dat deze goed gekoppeld geraken. Dit is belangrijk, want als het koppel niet goed gekoppeld is, kan dat later voor problemen zorgen. Een voorbeeld hiervan is dat de jongen zouden kunnen verwaarloosd worden. Eenmaal gekoppeld, samen slapen, elkaar pluimen,… kan je overgaan naar stap 2. Als je met meerdere koppels gaat werken, zie dan wel dat je meer dan twee koppels hebt, anders bestaat het gevaar dat de mannen of de poppen teveel met elkaar gaan vechten. Als je bv. drie koppels hebt en er beginnen twee mannetjes te vechten dan is er veel kans dat het derde mannetje er zich mee komt bemoeien zodat de vechters ermee ophouden. Hierdoor wordt vermeden dat twee mannetjes elkaar verwondingen toebrengen: voordat er iets ernstig kan gebeuren komt het derde mannetje tussenbeide.

Stap 2
Nestmateriaal kan in de kooi gelegd (dit mocht ook al bij stap 1 gebeuren) worden, zodat de vogels in het daarvoor voorziene nestkastje hun nest kunnen bouwen. En dan is het wachten op de eieren. Nestmateriaal kan van alles zijn, wat vaak gebruikt wordt, is sisaltouw en kokosvezel. Dit kan je meestal in elke dierenwinkel kopen die zich een beetje bezighoudt met vogels. Maar het hoeft niet noodzakelijk deze materialen te zijn. Ik bijvoorbeeld, gebruik meestal hooi dat ik bijknip opdat het niet te lang zou zijn, zo’n 10 a 15 cm. Wanneer de vogels hun nest bijna af hebben, geef ik hen mos of andere zachte materialen, op die manier bedekken ze de bodem van hun nest met zachte materialen ipv met hooi. Als je het mos in het begin geeft, vermengen ze het met de rest van het nest of leggen ze het onderaan en dan heeft het geen nut. Als de pop dan eenmaal begint te leggen, zorg er dan voor dat ze niet meer dan 6 eieren legt, als ze dit toch zou doen dan kan ze ze niet allemaal bebroeden. Met als gevolg dat er af en toe eieren helemaal afkoelen en zich dus niet ontwikkelen, je kan zien welk ei als laatste gelegd is door de andere te voorzien van een streepje dat met een potlood geplaatst is, héél voorzichtig weliswaar. Als je dit niet durft, dan kan je gewoon het ei wegnemen dat je denkt dat het laatste gelegd is. Dit kan je zien aan de kleur, de anderen worden dan al +/- 5 dagen bebroed en hetgeen dat laatst gelegd is zal lichter lijken. Aangezien het de eerste keer niet simpel is om te zien of een ei al dan niet bevrucht is heb ik hier 5 foto’s geplaatst die goed laten zien hoe een vrucht zich ontwikkeld.

Stap 3
Meestal begint de pop vanaf het derde ei te broeden.

Evolutie van de eieren en de jongen:

  • De eieren worden zo’n 12 a 14 dagen bebroed.

  • Bij het uitkomen van de eieren moet voor de ouders voldoende voedsel klaarstaan. (geschikt voor jonge vogels is brood waarover men water laat lopen dat men vervolgens uitknijpt)

  • Als je de jongen wil ringen dan moet dit op de 7de of 8ste levensdag gebeuren. (Het ringen: voorste 3 teentjes samennemen en achterste teentje tegen de poot houden en ring erover schuiven. Voor meer info omtrent ringen moet je zeker bij de sectie “Ringen” gaan zien, hier wordt dit proces volledig uitgelegd).

  • De jongen vliegen af rond hun 20ste levensdag (dit hangt af van jong tot jong).

  • Zo’n 2 weken nadat ze zijn afgevlogen mogen ze van hun ouders verwijderd worden en na 2 tot 3 maanden zullen de jongen op kleur zijn.

  • Na 90 dagen zijn de jongen geslachtsrijp, dus let op dat je de poppen en mannen op tijd van elkaar scheidt.

Het ringen

De reden waarom ik deze afdeling gemaakt heb, is omdat ik weet hoe zenuwslopend het kan zijn om een jonge vogel voor de eerste maal te ringen. In het begin is het een beetje een geknoei, maar na een tijdje zal je zien hoe simpel het eigenlijk is en als je het rustig en kalm doet dan zal de vogel er geen enkele last van ondervinden op het moment zelf en ook later niet.

Vooraleer je begint met het ringen moet je zien dat je aan ringen geraakt: deze kan men het best bekomen bij de club waar men lid bij is. Deze geeft ook een lijst waarin de afgesproken ringmaten staan voor alle vogels. De aanbevolen ringmaat ligt rond de 2.7 mm, maar als je struise zebravinken hebt mag je van de bonden ook grotere ringen bestellen. In België zijn er twee ornithologische federaties waar je vaste ringen kan bekomen voor je vogels. Het zijn Koninklijke Belgische Ornithologische federatie (KBOF) en de Algemene Ornithologische Bond (AOB). Meer info kan je vinden op http://www.kbof.be/ of http://www.aob.be/.

Hoe ringen?

    STAP 1 – je neemt de vogel zodanig vast dat je de poot die je wil ringen tussen je duim en wijsvinger hebt.

    STAP 2 – je duwt met die 2 vingers de 3 voorste tenen samen en schuift de ring erover.

    STAP 3 – je duwt de ring verder naar achteren terwijl je met nog altijd dezelfde vingers de achterste teen tegen de poot duwt. Dit is geen noodzaak want de teen zal waarschijnlijk gewoon mee bewegen.

    STAP 4 – alle tenen zijn erdoor en dan controleer je of de ring er niet afvalt (wat gebeurt als je de vogel te vroeg ringt) door hem zachtjes terug naar voren te schuiven, als dit niet zo is dan is het in orde. Wel zien dat de ring niet gespannen zit rond de poot.

© The World Of Zebrafinches – Jos & Sebastien Libens


Terug naar de hoofdpagina

error: Content is protected !!